Brouwerij Verhaeghe
Brouwerij Verhaeghe werd oorspronkelijk opgestart als brouwerij-mouterij.
Het Polkes tonnenbier, zoals de bieren van de brouwer-medestichter Paul Verhaeghe in de volksmond werden genoemd, werd geroemd voor haar grote helderheid en kwaliteit tot in Brussel wat in die tijd een heel eind weg van Vichte was.
Toen de eerste wereldoorlog begon en Paul weigerde om te brouwen voor de bezettende macht werd de brouwerij ontmanteld om het koper te gebruiken voor de aanmaak van oorlogsmunitie.
Na de oorlog werden de installaties hernieuwd en werd er opnieuw gebrouwen.
Tijdens de tweede wereldoorlog werden de activiteiten wederom door de bezettende macht tot een minimum herleid.
Na het einde van de tweede wereldoorlog brak het biertype Pilsener definitief op de Belgische markt door waar "Brouwerij Verhaeghe-Vichte" zich aan aanpaste maar bleef regionaal gebonden. Ze besteedden vooral aandacht aan de kwaliteitsverbetering van hun bestaande bieren en aan de creatie van hogere kwaliteitsbieren.
De opgang van het bier van gemengde gisting "Duchesse de Bourgogne", een robijnrode Vlaams Roodbruine ale gerijpt in eikenhouten vaten en gebrouwen volgens een voor zuidelijk West-Vlaanderen typische, traditionele brouwmethode, vormt hiervan het levende bewijs.