Brasserie De Chimay

De geschiedenis van Brouwerij Chimay begint in 1850, toen de pastoor van Virelles, abt Jean-Baptiste Jourdin, en de prins van Chimay, Joseph de Riquet de Caraman, een tiental monniken van de abdij van Westvleteren uitnodigden om zich te vestigen op het plateau van Scourmont. Hun voornaamste opdracht was eenvoudig maar groots: “de regio rond Chimay helpen”. Om die missie te ondersteunen besloten de monniken al snel om onder meer bier te brouwen.

Het eerste Chimay-bier zag in 1862 het levenslicht. De distributie gebeurde aanvankelijk door de paters zelf, die te voet van deur tot deur leverden. Vandaag vindt het brouw- en gistingsproces nog steeds binnen de muren van de abdij plaats, terwijl het afvullen gebeurt in Baileux, een dorpje tussen de abdij en de stad Chimay.

De abdij kende moeilijke tijden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze door Duitse troepen bezet en werden alle brouwkuipen omgesmolten, waardoor de brouwerij na de oorlog volledig opnieuw moest worden opgebouwd. In 1948 schreef pater Théodore De Haene zich in aan de Universiteit Leuven, waar hij les kreeg van de gerenommeerde professor Jean De Clerck. Samen ontwikkelden ze een nieuwe brouwgist die de basis zou vormen voor de toekomstige Chimay-bieren.

In 1956 creëerde de gemeenschap een speciaal kerstbier, dat zo succesvol bleek dat het blijvend in productie ging. Vandaag kennen we dit bier als de iconische Chimay Bleue.

Door de groeiende productie verhuisde de botteling in 1978 naar de site in Baileux, waar leken de werkzaamheden overnamen. Zo bleef er binnen de abdij voldoende ruimte en rust om het kloosterleven niet te verstoren.

Een van de kenmerken van Chimay-bier is dat het noch gefilterd, noch gepasteuriseerd wordt. Deze keuze benadrukt het ambachtelijke karakter en draagt bij aan de authenticiteit van de smaak, die Chimay wereldwijd tot een van de bekendste trappistenbieren heeft gemaakt.